Gaston, 94 jaar, leefde als krijgsgevangene in Duitsland
"Ik heb het ginder niet zo slecht gehad"
“Ik was amper zeventien toen ik door de Duitsers werd opgeëist. Net als in de Eerste Wereldoorlog verplichtten ze Belgische burgers om voor hen te werken. Alles wat door de geallieerden werd platgebombardeerd, moest ik helpen heropbouwen.”
“De eerste stop die ik na mijn opeising maakte, was in het kamp van Elsenborn. Dat domein werd door de Duitsers gebruikt om hun krijgsgevangenen klaar te stomen en op te leiden tot harde werkers. Daarna brachten ze ons naar Duitsland."
"Sommigen moesten het werk van de Duitsers in het kamp voortzetten. Nu ik weet dat het gebied een paar jaar later door de Fransen werd gebombardeerd, ben ik blij dat ik dat niet moest doen. In plaats daarvan bouwde ik vier maanden mee aan een bunker in Karlsruhe. Ik vermoed dat we er met zo’n 150 mannen tegelijk aan het werk waren. Wanneer die dan uiteindelijk was afgewerkt, ging ik naar Neurenberg. Daar verbleef ik tot na de bevrijding."
​
“Eigenlijk was ik meubelmaker, maar de Duitsers eisten me op als schrijnwerker. Ik werkte samen met Fransmannen en Russen. Het was verbazingwekkend hoe sommige mannen anders werden behandeld. De omgang met Russische krijgsgevangenen verliep vaak niet al te koosjer. Aan het
einde van de werkdag werden ze door de toezichthouders opgesloten. In geen geval mocht een Rus vrij door de Duitse straten wandelen. Eerlijk, ik heb het ginder niet zo slecht gehad. Na mijn uren was ik een vrij man en alles wat ik nodig had om te overleven, was er binnen handbereik. De oorlog was een wrede periode, maar ik heb daar zelf weinig van ondervonden.”
Druk op 'Start Exploring' als je Gastons weg op de kaart wil bekijken.