top of page

Alphonsine, 83 jaar, raakte haar vader kwijt
tijdens hun vlucht

"Ma hield gauw haar hand voor mijn ogen. Naast me lagen stinkende, levenloze lichamen"

“Ik was zes jaar en leefde samen met mijn moeder en vader op een boot. Mijn ouders waren schippers en voeren de rivieren van heel West-Europa over. We waren gelukkig. Tot in 1940. Toen begon de ellende, dat herinner ik me nog goed. We waren aangemeerd in Sars-la-Bussière toen gewapende Franse militairen ons dwongen het schip te verlaten. Ze hielden mijn vader onder schot omdat hij zich tegen het bevel verzette. Na een harde woordenwisseling zijn we alsnog met pak en zak vertrokken.”

“Langs de kade liepen tientallen mensen die net als ons op de vlucht waren. We wandelden naar een dorpje om daar een bus richting Saint-Quentin te nemen. Maar enkel vrouwen en kinderen mochten mee, dus ging pa ons tegemoet komen met de fiets. We namen afscheid en wuifden hem uit. Op dat moment wisten we nog niet dat het maanden zou duren voor we hem terug zouden zien...”

​

“De bus startte niet. Samen met een gezin uit de buurt trokken we te voet verder. Het was een verschrikkelijke tocht. Ik weet nog hoe ik in de gracht moest wegduiken toen er militairen voorbij kwamen. Links van mij lagen stinkende, levenloze lichamen van neergeschoten soldaten. Ma hield snel haar handen voor mijn ogen, maar stiekem keek ik toch."

“Dag en nacht waren we onderweg. Van tijd tot tijd sliepen we in een schuur tussen het stro om wat uit te rusten. Mijn moeder had blaren zo groot als eieren op haar voeten. Maar we zetten door, tot in Parijs.”

 

“Toen we de Franse hoofdstad naderden, zag Klara, een reisgenote, een schip liggen dat ze herkende. Het waren familieleden van haar. Ze nodigden ons uit aan boord en ontvingen mij en mijn moeder met open armen. We voeren verder op de Seine naar Pont Briare.”

 

“Ondertussen wisten we nog steeds niet waar pa was. Wekenlang waren we al zonder hem aan het rondtrekken. Wanneer we enkele dagen aan wal

lagen in Briare, hoorden we interessant nieuws. Alle vluchtelingen mochten zich aanmelden in de gemeente waar ze op dat moment verbleven. De Duitsers zouden hen gratis weer huiswaarts brengen. En zo vertrokken we opnieuw. Dit keer terug naar ons eigen schip dat nog steeds in Sars-la-Bussière lag.”

 

“Ik krijg nog altijd tranen in mijn ogen als ik aan onze thuiskomst terugdenk. We hoorden gelukkig te zijn in onze vertrouwde omgeving, maar de ellende begon toen pas echt. Wanneer we bij ons schip aankwamen, zagen we dat er amper iets van overbleef. De Franse soldaten hadden het in brand gestoken. We waren alles kwijt...”

 

“Ma zakte ineen van verdriet. Ik bleef aan haar zijde staan en keek om me heen. Als kind van zes besefte ik niet wat er precies gebeurd was. In de verte

Druk op 'Start Exploring' als je Alphonsines weg op de kaart wil bekijken.

zag ik een groepje fietsers aankomen. Toen ze dichter kwamen, kon ik het duidelijk zien... Eén van hen was mijn vader! Wekenlang had hij ons opgewacht in Sars-la-Bussière. Hij sliep vlakbij het schip, in de schuur van één van de boeren. Zijn verhaal ging rond in het dorp als een lopend vuurtje. Een bange man, op zoek naar vrouw en kind.”

 

“Na onze thuiskomst leefden de dorpelingen enorm met ons mee. Ze kwamen massaal helpen met de heropbouw van ons schip. Met planken die pa van een andere oude boot recupereerde, timmerden ze een nieuwe vloer. Van grote rollen papier maakte pa een tentje dat ons moest beschermen tegen de koude temperaturen. We brachten er een harde winter door en hebben de eerste maanden vaak kou geleden in de kajuit. Maar ons gezin was na maanden vol verdriet en angst herenigd. Na wekenlang rondtrekken doorheen Frankrijk, had ik mijn vader terug. Die rollercoaster aan emoties zal me voor altijd bijblijven.”

bottom of page